Wie kruiswoordpuzzels maakt heeft een makkie als er staat 'slotwoord van gebeden Die kun je gelijk invullen. Amen. Het woordenboek zegt ook: slotwoord van preken. Als een van die beide je lang vallen zie je uit naar het 'am n: Een kritische hoorder van preken kan het fijntjes angeven: toen, bij wat je toen zei, had je amen moeten zeggen. Je ging herhalen. Klaar is klaar. Als je gezegd hebt wat je wilde zeggen, moetje 'amen' zeggen.
Wie thuis is in de Catechismus weet dat de laatste vraag gaat over 'amen'. In de Catechismus zijn geloof, gebod en gebed aan de orde. De Apostolische geloofsbelijdenis, de Tien geboden en het Onze Vader. De 52e zondag - dan ben je dus het jaar rond - vraagt naar het slot van het gebed: wat betekent het woordje 'amen'? Antwoord: 'het zal waar en zeker zijn'. Met als toepassing dat God mijn gebed zeker zal horen. Die zekerheid is groter dan mijn verlangen dat God horen zal. Sla je de Bijbel open bij Deuteronorniurn 27,15-26 dan is 'amen' bedoeld als een antwoord. Om in te stemmen met wat gezegd wordt. Daar moet heel het volk 'amen' zeggen op wat de Levieten hen aanzeggen. Dat gebeurt twaalf keer. En nog een voorbeeld, het een na laatste vers van de Bijbel. Openbaring 22,20. Daar zegt de verhoogde Jezus 'Ja, Ik kom spoedig!' En die het hoort zegt: 'Amen!' En bidt: 'Ja, kom Heere Jezus!' Ik denk aan een kleine aan tafel in zijn kinderstoel. Vader gaat voor in gebed, besluit 'om Jezus' wil, amen' pakt daarbij de handen van de kleine, houdt ze samen en die kleine zegt het mee 'amen'. Nog zonder het te begrijpen stemt het kind in met de dank en de gebeden. Amen is dan ook meer dan slotwoord van gebeden en preken. Dat is het geworden, maar dat was het niet. lets van die oorspronkelijke betekenis kunnen we weer oppakken door als iemand voor gegaan is in gebed of als iemand een goed getuigenis van Christus gegeven heeft om dan mee amen te zeggen. In de consistorie doen we dat. De broeders (de nieuwe moeten er nog aan wennen) zeggen samen 'amen'. Wie voorgaat in gebed is stem van heel de kring, die samen is. Wie voorgaat in de gebeden van de eredienst is stem van heel de gemeente. Hoe gepast is dan Deut. 27 'heel het volk zegge 'amen'!'. We bidden immers samen.
Bij de twaalf (!) artikelen van de Apostolische geloofsbelijdenis past ook Deur. 27 'heel het volk zegge 'amen'!'. Maar zeker als alles gezegd is en er klinkt 'en een eeuwig leven!. Amen'. Zo ook bij votum, groet en zegen. Amen zeggen is beamen. Een woord van instemmen met wat gezegd is en een woord van geloof in de trouw van God. Ik sluit af met 2 Korinthe 1 vers 20 (nbv), een woord over Christus: 'In Hem worden alle beloften van God ingelost; en daarom is het ook door Hem dat we 'amen' zeggen, tot Gods eer'
Datum: Maart 2021